KORENMOLEN DE OTTER IN OTERLEEK BESTAAT 125 JAAR
Een stukje geschiedenis
In 1846 staat in de Opregte Haerlemse Courant een advertentie:
- Er wordt gevraagd een ongehuwde MOLENAARSKNECHT, zijn werk kundig, alsook het Billen* en van goed zedelijk gedrag, vast werk begeerende, vervoege zich zoo spoedig mogelijk in persoon aan de Molen den Otter te Oterleek

Gerardus 'Gerrit' Struivé, geboren op 29 maart 1824 in Alkmaar, ziet het wel zitten om knecht te worden op de molen in Oterleek en hiị vervoegt zich bij De Otter. Gerrit verhuist vermoedelijk kort daarna naar Oterleek en trouwt daar op 28 april 1861 op 37-jarige leeftijd met Grietje Zijp.
De eigenaar van De Otter is op dat moment Jan Pietersz. Kalis, van 1840 tot 1845 burgemeester van Oterleek. Jan Kalis staat te boek als landman', In die tijd is een landman een zelfstandige boer die werkt met knechten en meiden, met andere woorden: ze zijn rijker dan landbouwers, die vaak een boerderij pachten. Tegenwoordig zou je hem een herenboer noemen. Jan Kalis is een invloedrijk persoon in het Oterleek aan het begin van de 19e eeuw; hij is grootgrondbezitter en er staan diverse advertenties in de krant waarin de familie Kalis vraagt om een 'meid of een 'knecht'. Hij is niet alleen een tijdje burgemeester, maar voert ook campagne om gekozen te worden in het kerkbestuur.
Jan Pietersz. Kalis trouwt op 6 oktober 1831 met Maartje Klomp en samen krijgen ze vijf kinderen. De oudste zoon wordt naar gebruik van die tijd vernoemd naar de opa van vaders zijde, Pieter. De oudste dochter wordt vernoemd naar oma van vaders zijde, Trijntje. De andere kinderen worden vernoemd naar de grootouders van moeders zijde, Jacob, Antje en Cornelis.
Zoon Pieter Kalis is geboren op 26 maart 1835 in Oterleek en trouwt op 2 mei
1869 met Trijntje Stroomer. Pieter is dan 34 jaar oud. Het paar krijgt twee
dochters: Maartje en Jannetje. Pieters jongste zus Antje trouwt op
3 mei 1866 met Jan Gootjes, op dat moment landman in Heerhugowaard.
Wanneer Jan Pietersz. Kalis overlijdt in 1855 gaat al het eigendom bestaande
uit diverse percelen grond, boerderijen én De Otter over aan zijn vrouw
Maartje Klomp. Ondertussen zet zoon Pieter samen met de 11 jaar oudere
knecht Gerrit Struivé het maalbedrijf in De Otter voort.
Knecht Gerrit Struivé doet al die jaren goed zijn best en werkt zich op naar Meesterknecht. Dit alles naar tevredenheid van Pieter Kalis, want bij het overlijden van Gerrit, 32 jaar na zijn indiensttreding bij Kalis Senior, staat in het Nieuws van den Dag:
- Na ene korte ongesteldheid overleed heden in den ouderdom van 54 jaren, GERRIT STRUIVÉ. Ruim 30 jaren was hij als Meesterknecht in onzen Meelmolen de Otter met de meeste nauwkeurigheid werkzaam. De familie KALIS, Oterleek, 15 juni 1878.

Kalis is redelijk onthand door het plotseling overlijden van Sruivé, want al twee
dagen later staat er een advertentie in de Alkmaarsche Courant
- Molenaarsknecht.
- In de Meelmolen DE OTTER, te Oterleek, wordt ten spoedigste gevraagd een molenaarsknecht, zijn werk grondig verstaande en van goede getuigschriften voorzien. Brieven franco aan het adres van de Heer P. Kalis, te Oterleek.

Kalis heeft geen geluk met de nieuw aangenomen werknemer, al een jaar later staat er weer een advertentie in Het nieuws van den dag: kleine courant:
- Overleden W.L. VAN BUITEN, Koornmakelaarsknecht op den Molen De Otter,te Oterleek. P. Kalis, Oterleek, 1 november 1879.

Het betreft hier Willem Leonardes van Buiten, geboren op 29 februari 1816 in Oud en Nieuw Gastel als jongste zoon van een schoolmeester. Hij is op 31- jarige leeftijd getrouwd in Klundert, later verhuisd naar Oterleek en is daar overleden, hij was toen 63 jaar oud.
Deze keer duurt het twee weken voordat Pieter Kalis op zoek gaat naar een
nieuwe medewerker: Het Nieuws van den Dag: kleine courant van 15
november 1879:
- Ten spoedighste gevraagd een MEESTERKNECHT, liefst gehuwd, op den Korenmolen te Oterleek, Adres P. Kalis, Landman te Oterleek.
Opmerkelijk: in 1846 wordt nog uitdrukkelijk om een ongehuwde knecht gevraagd, in 1879 moet de sollicitant bij voorkeur zijn gehuwd. Uiteraard moet aan de molen enig onderhoud worden gepleegd, op 27 mei 1886 plaatst Pieter Kalis een advertentie in Het nieuws van den Dag:
- IJzeren molenas te koop gevraagd, lang van af den buitenkant van den hals 4.73EL; roedengaten 37 bij 34 duim. Franco brieven met prijsopgave aan P Kalis, Korenmolenaar te Oterleek bij Alkmaar.

IJzeren molenassen komen in zwang rond 1840 en Kalis wil De Otter opstuwen in de vaart der volkeren.
De oude as zal nog van hout zijn en is mogelijk in slechte staat, Kalis wil deze vervangen en meteen investeren in de nieuwe techniek. De as die anno 2025 in de molen zit, is van bouwjaar 1888. Het is mogelijk dat Kalis in 1886 geen gebruikte ijzeren as kon vinden en in 1888 een spliksplinter nieuwe as heeft besteld. Helemaal zeker is dit niet.
Het is 11 november 1887 wanneer Pieters moeder, Maartje Klomp overlijdt.
De erfenis moet dan verdeeld worden tussen de vier overgebleven kinderen en
de weduwe en kinderen van de dan al overleden jongste zoon Cornelis. Bij zijn
overlijden op 17 februari 1886 noteert de notaris als beroep van Maartje
‘molenaarster’.
Pieter, Trijntje, Jacob en Antje erven elk een-vijfde deel, het resterende deel gaat naar Cornelis’ weduwe Aagje Vennik en haar drie kinderen. Pieters zus Antje en haar man Jan Gootjes erven de woning naast de molen, waar ze mogelijk de laatste jaren Maartje hebben verzorgd. De overige eigendommen,
voor zover deze niet zijn verdeeld onder de erfgenamen, worden openbaar verkocht. Zo ook de molen en de knechtswoning.
- Openbare Verkooping De Windkorenmolen en Knechtswoning met Erf, aan
de Hoornsche Vaart en den Schermerdijk, bij "het dorp Oterleek, in dezelfde
gemeente, sectie E, No. 1g7 en 199, groot 7 aren 51 centiaren.
- Inlichtingen te bekomen ten kantore van den Notaris P.A. DE GELDER, aan de Noordervaart, in de gemeente Oterleek.’

Voor De Otter en naastgelegen schuur en knechtswoning wordt in eerste instantie geen koper gevonden. Dan besluit Pieter de molen over te nemen en hij doet een bod van 2.850 gulden. Hiermee wordt hij op 5 maart 1888 eigenaar van De Otter, de knechtswoning en de schuur. Het recht van overpad over het erf bij de woning van zijn zus Antje en zwager Jan wordt bij de notaris vastgelegd. Ook de erfpacht van de grond wordt vastgelegd: de totale erfpachtcanon is vijf gulden per jaar, te betalen aan het Waterschap De Schermeer. De eigenaar van de molen betaalt Hfl. 2,35, de eigenaar van de schuur dertien cent en de eigenaar van de woning Hfl. 2,52. Ook moet er nog erfpacht worden betaald aan de kerk: een gulden en vijftig cent.
Pieter Kalis gaat intussen gewoon door met zijn zaakjes als landman.
Regelmatig koopt of verkoopt hij onroerend goed of percelen grond, net als
zijn zwager Jan Gootjes. Toch gaat het niet allemaal goed, in april 1888 moet
Pieter een bedrag lenen van zijn zus Trijntje, maar liefst 14.000 gulden, tegen-
woordig gelijk aan ruim een half miljoen euro.
Niet bekend is waar Pieter het geld voor nodig heeft. Hoe Trijntje aan de
rijkdom komt, is ook niet bekend, mogelijk is zij verstandiger omgegaan met
de erfenis. De relatie tussen broer en zus zal best goed zijn geweest, toch
wordt voor dit enorme bedrag de notaris ingeschakeld.
Zwager Jan Gootjes treedt op als curator en de notaris legt op 28 april 1888 de schuldbekentenis van Pieter Kalis vast.
Pieter geeft zijn huis aan de oostzïjde van de Dorpsstraat en 12 percelen grond met een totale oppervlakte van 12 hectare, 99 are en 5 centiare aîs onderpand. De rente wordt vastgestefd op 4%. Financieei gaat het niet ńelemaal goed met Pieter Kaîis, vier jaar later op 26 maart 1892 gaan Pieter, zus Trijntje en zwager Jan Gootjes opnieuw naar de notaris voor een schuldbekentenis. Deze keer voor 2.O0O gulden,tegenwoordig circa 75.000 euro.
In een advertentie in Het nieuws van den dag op 1 december1893 schrijft Pieter Kalis:
- terstond een Korenmolenaarsknecht gevraagd, voor een Noodhulp’

Hoe is het afgelopen met de knecht die in 1879 in dienst is gekomen?
Is hij overleden, of misschien verhuisd, of bij een andere molenaar in dienst
getreden? In de kranten uit dìe tijd valt op dat de verzuiling volop aanwezig is;
in diverse advertenties wordt specifek om een werknemer van rooms-
katholìeke of Nederlands-hervormde gezindte gevraagd.
Bij de familie Kaliis speelt het geloof kennelijk geen rol, in geen enkele
advertentie vraagt Kalis naar het gełoof.
Eind 1895 kruipt Oe Otter door het oog van de naald.
- Een ’hevig maar kort onweder, vergezeld van zwaren hagelslag trekt op vrìjdag 6 december over Oterleek.

De Otter wordt getroffen door een bliksem die zijn weg vindt langs de afleider en daarvan op de kruiketting overspringt, gelukkig zonder brand of andere schade te veroorzaken.
Een paar jaar later, inmiddels is het 1897, verhuist Pieters zus Antje met haar man Jan Gootjes naar Sint Pancras. Pieter is er financieel zover bovenop gekomen dat hij op 13 november het ouderlijk huis en erfpachtrecht van kadastraal nummer Sectie E198 voor 800 gulden over kan nemen van Gootjes. Pieter Kalis is nu eigenaar van het hele molencomplex rond De Otter.
Al met al bezit Kalis een molen die financiële zorgen oplevert. Hij is met 65 jaar ook niet meer de jongste, de levensverwachting van een Nederlandse man ligt in die tijd rond de 60 jaar. Een opvolger heeft hij kennelijk niet.
Dan vliegt, bij een hevige noordwestenwind, op zaterdagavond 2 december 1899 De Otter in brand. Gelukkig zijn de molen en het graan tegen brand verzekerd. In het bericht in de Alkmaarsche Courant over de brand wordt niet gesproken over blussen; bij een brand in een molen bij een stevige wind zal de brandweer machteloos zijn geweest met de toen in gebruik zijnde handspuiten. Gezien de windrichting zal de brandweer zich hoofdzakelijk hebben gericht op het behouden van de woningen en de schuur.
Bij een andere brand in een boerderij later in december dat jaar moeten de brandspuiten met warm water en zout worden ontdooid. Dat zal bij de brand in De Otter niet het geval zijn geweest; de temperatuur op 2 december 1899 lag overdag rond de 8 graden Celsius.
De verzekeringsmaatschappij eist een herbouw van de molen. Kalis ziet dat niet zitten en besluit alles te verkopen.
In Het nieuws van den dag staat op 16 januari 1900:
- Uit de hand te Koop. Wegens gevorderden leeftijd van den eigenaar en gemis van een opvolger, het HUIS en ERF en MOLENERF, te Oterleek bij Alkmaar. Op welk erf de op 2 december 1899 verbrande Korenmolen “de Otter” heeft gestaan, met de overblijfselen van den Molen en de vordering wegens brandschade ten laste van de Brandwaarborg Maatschappij, onder verplichting om den Molen op te bouwen. Te bevragen bij den heer P. KALIS, te Oterleek, bij wien nadere inlichtingen zijn te verkrijgen.

Over de brand van de meelmolen in Oterleek is een oud familieverhaal bekend, verteld door Klaas Maijer uit Oterleek. Zijn grootouders van moeders kant, Cornelis Vader en Aagje Langerijs, woonden op een boerderij in het buurtschap Huijgendijk. Grootvader is niet alleen veehouder maar ook bakker. Op de avond van de brand spelen de familie in de bakkerij het volksspel Koeksmakken. Dit spel werd op twee manieren gespeeld: zes smakken (met stof bekleedde houten staafjes) op de hand gestapeld moeten door een gat in de deur worden gegooid. Ook wordt met acht smakken op de hand gestapeld van een afstand op een gladde tafel gegooid. Degene met de meeste smakken door de deur of op de tafel is de winnaar.
Als ze net zijn begonnen, zien de koeksmakkers de molen van Oterleek branden, met paard en kar gaan ze naar de brand kijken. ‘Geen verdienste voor mij,’ denkt de bakker en ze rijden terug om verder te spelen en hebben een gezellige avond.
In 1901 treedt Pieter Kalis in de voetsporen van zijn vader als openbaar bestuurder, hij wordt gekozen tot voorzitter van de Polder Oterleek en als Hoofdingeland (een ingeland is een landeigenaar binnen een waterschap) van de Polder Geestmerambacht. Hij overlijdt in Oterleek op 3 juli 1903 op 68- jarige leeftijd. Hoe het na de brand met De Otter afloopt is bekend; de molen wordt in 1900 herbouwd door molenmaker Jan Levendig. Dit betekent dat dit jaar De Otter in Oterleek 125 jaar bestaat. De Schermer Molens viert dit op 21 juni met een klein feestje.
Tekst : Martijn Jansen & Agnes de Boer
Foto’s : Krantenberichten van Pieter Kalis
© Het artikel is met toestemming van Martijn Jansen; Molenaar Korenmolen De Otter Oterleek NH, geplaatst.
Meer informatie over Molen dxe Otter vindt u op : www.molenoterleek.nl
Het molenaarshuis bij De Otter wat Jan Pietersz. Kalis omstreeks 1850 heeft laten bouwen. Na het overlijden van vader en moeder Kalis wordt het huis bewoond door dochter Antje Kalis en haar man Jan Gootjes. In 1897 neemt Pieter Kalis het huis over van zijn zus en zwager. De foto is uit midden jaren 1960. In 1968 is het huis gesloopt en zijn er de huidige woningen gebouwd.

Bron: OHV het Schermereiland, foto: collectie José Kroes
Toelichting: “Het Billen”
In het molenaarsvak verwijst "het Billen" naar een specifieke handeling bij het malen van
graan. Het betekent het lichtjes optillen of bijstellen van de bovenste molensteen (de loper)
om de afstand tussen de stenen te veranderen. Dit wordt gedaan om de maalwerking te
controleren of aan te passen, bijvoorbeeld om het meel fijner of grover te maken.
Waarom wordt het gedaan?
- Om de kwaliteit van het meel te beïnvloeden.
- Om te voorkomen dat de stenen te dicht op elkaar komen en vonken veroorzaken (wat gevaarlijk is in een stoffige molen).
- Om de wrijving tussen de stenen aan te passen, afhankelijk van het type graan of de gewenste maalgraad.
Terminologie:
- "Bil" kan ook verwijzen naar de hefboom (vaak een houten balk) waarmee de molenaar de loper optilt.
- In sommige dialecten wordt het ook wel "de steen billen" genoemd.
Het is een vakterm die vooral bij traditionele wind- en watermolens wordt gebruikt.
Vandaag de dag kennen alleen ervaren molenaars en liefhebbers van ambachtelijk malen deze
uitdrukking nog goed.